Acht mogelijke storingen en oplossingen voorelektrische actuatoren
Oplossing: controleer of de voedingsspanning correct is, controleer of de motor is losgekoppeld en controleer of de tienaderige stekker van het einde tot het einde van elke lijn is losgekoppeld.
Behandelingsmethode: controleer of de polariteit van het ingangssignaal correct is en controleer of de besturingsmodule goed is door de vergelijkings- en uitwisselingsmethode.
Behandelingsmethode: de parameterinstelling van de regelaar is niet geschikt, waardoor het systeem verschillende graden van oscillatie produceert. Volgens de instructies van de fabrikant of daadwerkelijke gebruikservaring worden de parameters opnieuw herzien.
Behandelingsmethode: gebruik een AC 2V-spanningsbestand om te testen of het invoeruiteinde van de besturingsmodule AC-interferentie heeft. Controleer of de signaallijn geïsoleerd is van de voedingslijn, controleer of de potentiometer en potentiometerbedrading goed zijn en controleer of de feedbackcomponent normaal werkt.
Behandelingsmethode: controleer of de afstelling van de potentiometers "nulstand" en "slag" correct is en controleer de vervangende regelmodule om te beoordelen.
Behandelingswijze: controleren of de functiekeuzeschakelaar van de regelmodule in de juiste stand staat, controleren of de instelling van de "nulstand" en "slag" potentiometers correct is, en toets het oordeel door de regelmodule te vervangen.
Behandelingsmethode: voornamelijk omdat de gevoeligheid te hoog is afgesteld, het ongevoelige gebied te klein is en te gevoelig is, zodat de kleine lus van de actuator niet kan worden gestabiliseerd en oscilleert. De gevoeligheid kan tegen de klok in fijn worden afgesteld om de gevoeligheid te verminderen; de vloeistofdruk verandert te veel, de stuwkracht van de aandrijving is onvoldoende; de keuze van regelklep is groot, en de klep werkt vaak in kleine opening.